11
Nobel brengt een brief ter tafel van commandeur
De la Porte, gouverneur van Le
Havre,
d.d. 13 aug. aan de
Admiraliteit in
Zeeland
. Hierin bericht De La Porte een aantal
Nederlandse
schepen in
Le Havre te hebben laten confisqueren.
Hij wil deze net zo lang vasthouden totdat kapitein
Boudewyn is vrijgelaten. Deze
Fransman
is op commissie van
Richelieu en
met
toestemming van de
koning
uitgevaren
tegen zijn vijanden en in
Zeeland aangehouden
omdat
hij op zee Nederlandse schepen heeft beschadigd.
HHM zullen een kopie van de brief aan hun gezanten in
Frankrijk sturen. Daarnaast schrijven zij deze erover te klagen bij
de raad van de koning en te vragen of het de bedoeling is dat de
tegen de vijand uitvarende
Franse kapiteins onder het voorwendsel van een commissie van de
koning
of een pascedel van Richelieu ook Nederlandse schepen
veroveren of beschadigen. HHM zullen op een rechtmatige en
geoorloofde manier
voorkomen dat hun schepen hierdoor in Frankrijk worden
aangehouden
en in beslag genomen.