02/09/1628, 18

 
English | Nederlands

02/09/1628, 18

18 HHM nemen het op 1 sept. opgestelde advies over van de RvS aangaande de hem op 25 aug. ter hand gestelde brief van de keurvorst van Brandenburg, de propositie van ambtman Aehr en de brieven van de Kleefse regering.1 HHM kunnen de keurvorst beleefd antwoorden overste Gent geen opdracht hebben gegeven om iets tegen zijn macht of tegen het bondgenootschap te ondernemen. Aangezien nu echter in het Rijk, met name in de buurt van de gebieden van de keurvorst, zoveel soldaten bijeen zijn en vanwege de geschiktheid van Gent achten HHM het hoogstnodig om de overste in dienst te houden en zijn volk bij elkaar te houden. Zij hopen dat hun goede bedoelingen in het voordeel van de keurvorst en zijn landen niet verkeerd worden opgevat en verwachten ook niet dat hij de krachtens het bondgenootschap aan hen toekomende bijstand weigert.
Aangezien de lopende contributies toereikend zijn om de soldaten te onderhouden, meent de Raad dat het innen ervan nog drie tot vier maanden kan worden uitgesteld.
De Raad meent dat HHM Retser slechts als controleur hebben aangesteld om continu te weten hoe de staat van de contributies is en of daarmee het volk kan worden onderhouden. Indien de keurvorst hiervoor een andere geschikte kandidaat heeft, zoals tot tevredenheid van HHM wordt voorgesteld, dan zullen zij deze in overweging nemen.
HHM nemen dit advies over.

1 Het definitieve antwoord is geïnsereerd in S.G. 3187 en gedrukt in: Aitzema, S. & O. folio I, 794.