8
Noobel bericht conform de resolutie van HHM naar
Rotterdam te zijn geweest en daarvandaan naar
Brielle en het
Goereese Gat.
Met
veel moeite heeft hij het eskader van vice-admiraal
Lieffhebber op zee laten brengen.
Daarbij heeft Noobel geconstateerd dat de oorlogsschepen in
Hellevoetsluis dikwijls acht à
tien
dagen moeten wachten bij het
innemen
van
vers water. Dit ongemak kan tegen geringe kosten worden
verholpen.
Recht achter de kulk [spuikom] van de sluis ligt immers een put
van - dwars gemeten - ongeveer twee roeden breed, waarvan het water
geschikt is voor wassen en koken. Via elzenhouten buizen
kan
dit water over een afstand van ongeveer 21 roeden tot aan de voet
van de
dijk worden gebracht en met een staande houten pomp worden
omhooggetrokken. Dan kan het water via een door de dijk aan te
leggen
koker van zes roeden breed in de vaten lopen op de boten of sloepen
van
de binnen de kulk gelegen schepen.
Verder heeft Noobel ervaren dat de matrozen door de slappe naleving van de justitie het respect voor de Admiraliteitsraden hebben verloren en hun kapiteins niet gehoorzamen. Deze situatie moet nodig worden hersteld.
HHM laten Nobel met de Rotterdamse Admiraliteit spreken over het geschikt maken van de genoemde put opdat er water mee kan worden gehaald voor 's lands schepen. Het tweede punt zullen zij serieus in overweging nemen in aanwezigheid van de op 25 sept. uitgenodigde afgevaardigden van de gezamenlijke Admiraliteitscolleges.