02/10/1628, 7

 
English | Nederlands

02/10/1628, 7

7 De afgevaardigden van de Ommelanden compareren en dienen een remonstrantie in.1
De lastgevers van de afgevaardigden - de jonkers, hoofdelingen, eigenerfden en volmachten van de Ommelanden tussen de Eems en de Lauwers - meenden dat HHM naar aanleiding van het verzoek van 22 sept. en conform hun beschikking op het door stad Groningen op 21 juni ingediende vierde artikel de verponding van de huizen door een gecommitteerde zouden doen ondersteunen. Uit de resolutie van 29 sept. begrijpen zij echter dat HHM gecommitteerden hebben aangesteld om een vergelijk te treffen aangaande de geschillen tussen Ommelanden en stad hierover.
Verder hebben de lastgevers acht à negen kwesties ontvangen, die de afgevaardigden van Groningen aan HHM hebben voorgesteld. Deze beweren dat de kwesties bij het uitvoeren van de beslissing van 17 juni zouden zijn gerezen en willen daarover met die van de Ommelanden voor HHM of hun gecommitteerden spreken. Daarna kunnen HHM erover besluiten. De lastgevers menen dat hun geschillen met die van stad over de betaling van de oorlogslasten door de resolutie van 17 juni volledig zijn opgelost. Zij hebben hun afgevaardigden slechts opdracht gegeven HHM te verzoeken dit besluit te helpen uitvoeren conform hun genoemde verklaring, waarvan zij een kopie bijvoegen, en hierover geen discussie meer aan te gaan. De afgevaardigden overwegen dan ook te vertrekken en hun lastgevers van de verwikkelingen op de hoogte te stellen, zodat deze erover kunnen beslissen. Eerder kan hierover geen besluit vallen.
HHM vragen de afgevaardigden hun lastgevers van alles op de hoogte te brengen. Zij moeten zo spoedig mogelijk terugkomen - indien mogelijk binnen drie weken - met volkomen last inzake de door de stad Groningen ingediende punten.

1 De remonstrantie is geïnsereerd in S.G. 3187.