10/10/1628, 3

 
English | Nederlands

10/10/1628, 3

3 Essen en de andere afgevaardigden naar de bespreking met de extraordinaris gecommitteerden van Holland inzake de nadere beveiliging van de zee berichten enkele belangrijke punten te hebben uitgelicht:
I Uit ervaring is gebleken dat de voor de blokkade van de kust van Vlaanderen bestemde negentien schepen, vijf fregatten en een jacht deze taak niet kunnen volbrengen. Hierdoor zou het nuttig zijn het aantal met vier schepen minder toe te voegen aan de eskaders kruisers.
II Er is gebleken dat de scheepskapiteins vanwege de geringe gage van matrozen het verplichte aantal bemanningsleden vaak met jongens moeten aanvullen. De extraordinaris gedeputeerden menen dat deze gages redelijk mogen worden verhoogd.
III De vier compagnieën soldaten van de kapiteins in vaste dienst zouden voortdurend op de zeeschepen kunnen dienen zodat zij bestand tegen zeeziekte en ervaren vaarders zijn geworden.
IV De Admiraliteitscolleges moeten alsnog worden gemaand alle op hen gerepartieerde oorlogsschepen zonder onderscheid van riemen te voorzien.
V Om verschillende redenen zouden de schepen in Hellevoetsluis in plaats van Vlissingen moeten worden bevoorraad.
VI Het is onnodig dat schepen zo vaak de havens van Engeland en elders binnenvaren om te worden schoongemaakt. Dit kan immers elke acht of veertien dagen op zee gebeuren. Van de kiel tot de voorstevenknie kan het schip worden verkeend en daarvandaan kan het met loeten tot boven water worden schoongemaakt.
VII De kapiteins van de oorlogsschepen op zee die binnenvaren om te bevoorraden zouden hiervoor acht tot tien dagen moeten krijgen. Wanneer deze termijn wordt overschreden en kapiteins zonder noodzaak aan land of op een rede blijven liggen, kan men hen straffen door hun geen gage en hun matrozen geen kostgeld te betalen tijdens de overige tijd aan land, terwijl zij wel proviand moeten verschaffen.
VIII Het tussen Texel en de Maas kruisende eskader van het Noorderkwartier en het tussen Het Vlie en het Rif van Skagen kruisende eskader van Amsterdam zouden 's winters niet onder de vlag naar de kust van Vlaanderen moeten varen, maar zich moeten terugtrekken naar hun Admiraliteiten. Daar kunnen zij de bevelen van deze Colleges afwachten.
HHM zullen deze punten bespreken met Z.Exc. en de afgevaardigden van de Admiraliteiten en erover berichten.