3
Essen en de andere afgevaardigden naar de bespreking met de
extraordinaris gecommitteerden van
Holland
inzake de nadere beveiliging van de zee
berichten enkele belangrijke punten te hebben uitgelicht:
I Uit ervaring is gebleken dat de voor de blokkade van de kust van
Vlaanderen bestemde negentien schepen, vijf fregatten en een jacht deze
taak niet kunnen volbrengen. Hierdoor zou het nuttig zijn het
aantal
met
vier schepen minder toe te voegen aan de eskaders
kruisers.
II Er is gebleken dat de scheepskapiteins vanwege de geringe gage van matrozen het verplichte aantal bemanningsleden vaak met jongens moeten aanvullen. De extraordinaris gedeputeerden menen dat deze gages redelijk mogen worden verhoogd.
III De vier compagnieën soldaten van de kapiteins in vaste dienst zouden voortdurend op de zeeschepen kunnen dienen zodat zij bestand tegen zeeziekte en ervaren vaarders zijn geworden.
IV De Admiraliteitscolleges moeten alsnog worden gemaand alle op hen gerepartieerde oorlogsschepen zonder onderscheid van riemen te voorzien.
V Om verschillende redenen zouden de schepen in
Hellevoetsluis in plaats van
Vlissingen moeten worden
bevoorraad.
VI Het is onnodig dat schepen zo vaak de havens van
Engeland en elders binnenvaren om te worden schoongemaakt. Dit kan
immers elke acht of veertien dagen op zee gebeuren. Van de kiel
tot de
voorstevenknie kan het schip worden verkeend en daarvandaan kan het
met
loeten tot boven water worden schoongemaakt.
VII De kapiteins van de oorlogsschepen op zee die binnenvaren om te bevoorraden zouden hiervoor acht tot tien
dagen moeten krijgen. Wanneer deze termijn wordt overschreden en
kapiteins zonder noodzaak aan land of op een rede blijven liggen,
kan men hen straffen door hun geen gage en hun matrozen geen
kostgeld te betalen tijdens de overige tijd aan land, terwijl zij
wel
proviand moeten verschaffen.
VIII Het tussen
Texel en de
Maas kruisende eskader van het
Noorderkwartier
en het tussen
Het Vlie en het
Rif van Skagen
kruisende eskader van
Amsterdam
zouden 's winters niet onder de vlag naar de kust van Vlaanderen
moeten
varen, maar zich moeten terugtrekken naar hun
Admiraliteiten. Daar kunnen zij de bevelen van deze Colleges
afwachten.
HHM zullen deze punten bespreken met Z.Exc. en de afgevaardigden van de Admiraliteiten en erover berichten.