2
De
graaf van Emden bericht d.d. Aurich 1/11 okt. te hebben vernomen dat
afgevaardigden namens de stad
Emden en de stenden
van
Oost-Friesland buiten zijn medeweten HHM zouden
verzoeken om iets geheims of openlijks tegen de keizerlijke troepen
in
Oost-Friesland te ondernemen. Indien dit gebeurt, dan worden de
zaken
van de graaf daarmee in uiterste verlegenheid gebracht. Hij
hoopt dat HHM dit niet doen.
HHM zullen deze brief met Z.Exc. bespreken, waarbij ook de voornaamste zaken van die van Emden in acht moeten worden genomen.