7
In de vergadering worden twee vertalingen voorgelezen van uittreksels van door de
courtmeester te Delft aan
Engeland geschreven brieven.
Deze benadelen de regering en de Republiek.
HHM vragen de courtmeester om morgen ter vergadering te verschijnen. Zij zullen hem ondervragen en zijn ongelijk aantonen. Ook zullen zij hem dan gelasten dergelijke berichten niet meer te sturen, anders zal men daarover namens de Republiek reageren en klagen bij de
koning van Groot-Brittanniƫ.