19/10/1628, 1

 
English | Nederlands

19/10/1628, 1

1 Op advies van de aanwezige Z.Exc. en de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteiten besluiten HHM over de nadere beveiliging van de zee als volgt:
1 I Voor het aanstaande winterseizoen worden voorlopig vier van de negentien schepen, vijf fregatten en een jacht van de voor de blokkade van de kust van Vlaanderen bestemde vloot toegevoegd aan de eskaders kruisers. Dit punt zal de komende zomer nader worden bekeken. De Admiraliteitscolleges moeten ervoor zorgen dat de overgebleven vijftien schepen met de fregatten en het jacht gedurende de afgesproken periode voor de Vlaamse kust blijven.
II De scheepskapiteins, officieren en matrozen worden conform de oude voet en praktijk van de Admiraliteitscolleges betaald. Er mogen geen salarisverhogingen worden gedaan, behalve wanneer een betere regeling zonder kosten voor het land wordt voorgesteld. In dat geval zal men het nader in overweging nemen.
III Z.Exc. zal vier ordinaris compagnieën van honderdvijftig man per stuk speciaal gelasten op de schepen langs de Vlaamse kust en de kruisers in Het Kanaal te dienen. Hiertoe zullen deze compagnieën elk worden uitgebreid met honderd soldaten, mits hun soldij en proviand van het eerste miljoen voor de blokkadevloot en de kruisers kunnen worden betaald. Ook blijven de Colleges verplicht de schepen van het opgedragen aantal matrozen te voorzien.
IV De Admiraliteitscolleges moeten de grote en kleine oorlogsschepen op zee van geschikte roeivaartuigen voorzien.
V De Admiraliteitscolleges moeten regelen dat hun voor de blokkade van de Vlaamse kust en het kruisen van de Noordzee bestemde schepen voor vier maanden voorraad aan boord krijgen. Als de schepen door hun voorraad heen zijn, moeten zij dit winterseizoen voorlopig te Vlissingen bevoorraad en schoongemaakt worden. Intussen zullen afgevaardigden van HHM uitzoeken of dit in Hellevoetsluis zou kunnen gebeuren.
VI De scheepskapiteins worden strikt gelast hun schepen om de acht of tien dagen op zee schoon te maken. Zij moeten deze van de kiel tot de voorstevenknie verkenen en daarvandaan met loeten tot boven water schoonmaken. Zo kunnen de kapiteins voorkomen bij het bevoorraden dikwijls de havens van Engeland en elders te moeten binnenvaren.
VII De kapiteins van de op zee varende oorlogsschepen die willen bevoorraden krijgen hiervoor acht dagen. Wanneer deze termijn wordt overschreden en kapiteins zonder noodzaak aan land of op een rede blijven liggen, krijgen zij voor straf geen gage en hun matrozen geen kostgeld tijdens de overige tijd aan land, terwijl zij wel proviand moeten verschaffen.
VIII Ter beveiliging van de zeegaten en kusten moet ieder College één geschikt roei-jacht inzetten. Kosten en onderhoud van deze vijf jachten worden conform een daartoe opgestelde lijst betaald van de inkomsten van de Admiraliteitscolleges.
IX Het eerder voor bewaking van de kleine visserij bestemde konvooi moet zich houden aan het eerder gegeven bevel. De Admiraliteit te Rotterdam wordt aangeraden hierop goed te letten.
X De Admiraliteitscolleges moeten hun scheepskapiteins in hun instructie gelasten onderweg tegengekomen schepen nauwkeurig te onderzoeken. De ervaring heeft immers geleerd dat ook vijandelijke schepen soms de prinsenvlag voeren om zo geen gevaar van staatse schepen te lopen.
XI Het eskader van Amsterdam zal 's winters kruisen van Cap de la Hève naar Lizard Head en verder naar de Bocht [Golf van Biskaje]. De overige eskaders moeten kruisen in de opgedragen gebieden.
Ten slotte worden alle in 1627 genomen resoluties en gemaakte aanpassingen aangaande de beveiliging van de zee gearresteerd, voor zover deze hierboven niet zijn gewijzigd.

1 Deze resolutie bevindt zich, ingeschreven door een klerk, in S.G. 53 achter de resoluties van 20 oktober.