5
De op 16 okt. naar de vergadering van de
Heren Negentien afgevaardige
Bruninxs
brengt rapport uit. De bewindhebbers in
Zeeland
hebben geweigerd hun afgevaardigden
naar deze vergadering te sturen, hoewel zij wel behoorlijk zijn
ontboden en
de
aanwezige leden erop hebben aangedrongen. De
Zeeuwse
bewindhebbers beweren echter dat de vergadering buitentijds en
onwettig
is uitgeschreven, aangezien bij de afsluiting van de vorige
bijeenkomst
was besloten niet meer bij elkaar te komen totdat er over het
slagen
van de onderneming van admiraal
Pieter
Hein zou zijn bericht. Dit is nog niet gebeurd.
HHM verzoeken de
Staten van Zeeland
om de bewindhebbers van de Zeeuwse Kamer te ontbieden. Zij moeten hen overhalen hun afgevaardigden met volkomen last op de vergadering van de Heren Negentien te laten verschijnen om volgens oude gewoonte de punten van beschrijving en wat verder ter tafel komt te bespreken. De vergadering wordt immers nog enige tijd verlengd, opdat er geen breuk in de WIC ontstaat.