12/11/1628, 2

 
English | Nederlands

12/11/1628, 2

2 Bruininxs brengt een brief ter sprake van de burgemeesters van Enkhuizen d.d. Enkhuizen 10 november. Hierin vragen deze - indien mogelijk in overleg met de ambassadeur of de agent van de koning van Groot-Brittanniƫ - te verklaren of haring ook valt onder het in oktober door de Engelse koning uitgevaardigde uitvoerverbod van levensmiddelen naar Frankrijk. Indien dit zo is, willen zij weten wat daartegen het beste kan worden gedaan.
HHM kunnen hier geen opheldering geven over het koninklijke plakkaat. Zij zullen echter hun ambassadeurs in Engeland schrijven om bij de koning te blijven aandringen het plakkaat in te trekken voor zover het van toepassing is op inwoners van de Republiek of in ieder geval te verklaren dat met het woord "vivres" geen haring wordt bedoeld. HHM laten Bruninxs met Z.Exc. bespreken om de in Enkhuizen gelegen schepen met haring door een sterk konvooi naar Frankrijk te doen begeleiden. Zij gelasten de kapiteins van deze konvooiers de Nederlandse koopvaarders tegen iedereen - zonder uitzondering - te verdedigen. Desgewenst kunnen ook de kooplieden op Frankrijk brieven aan de staatse gezanten aldaar krijgen.