14/11/1628, 13

 
English | Nederlands

14/11/1628, 13

13 Secretaris Huigens compareert. Namens de RvS meldt hij dat deze de gisteren ontvangen brief van de koning van Engeland met Z.Exc. heeft besproken. Z.Exc. en de Raad menen dat diens verzoek met goede redenen moet worden geweigerd.
HHM zullen agent Carlaton, die deze zaak ernstig nastreeft, zeggen door de toestand van het land geen soldaten te kunnen missen. De vijand is immers dichtbij, terwijl ook de keizerlijken een groot aantal soldaten in de buurt van Oost-Friesland hebben, die op een dag wellicht in dienst van de Spaanse koning worden aangenomen. Verder zijn de compagnieën uiterst zwak, zodat de regimenten door de vermindering onbruikbaar zouden worden. Bovendien zijn 's winters de moerassen en binnenwateren bevroren, waardoor de toegangswegen bezet moeten worden door soldaten met kennis van de toestand van het land. Zo niet, dan zou de vijand van die situatie kunnen gebruikmaken door een grootscheepse aanval op de Republiek te doen.
Aangaande de in de propositie genoemde kwestie Amboina [Ambon] kunnen HHM niet antwoorden voordat hun ambassadeurs daarover met Z.M. en diens raad hebben gesproken.