2
De
president bericht met Z.Exc. het konvooi voor de naderende vloot van
admiraal
Pieter Hein te hebben
besproken. De stadhouder meent dat HHM dienen te verklaren hoever
dit
konvooi de vloot tegemoet zou moeten varen.
HHM machtigen Z.Exc. de op zee kruisende eskaders te gelasten de vloot in hun gebieden te bewaken en daar aangetroffen afgedwaalde schepen te helpen. Daarbij mogen de eskaders echter niet hun dienst voor het land aanzienlijk veronachtzamen.