14
Govert Govertsz. Boormaecker voert voor de
Admiraliteit
te
Rotterdam
een proces tegen
Gerridt
Evertsz. Roos. Hij verzoekt de op 22 okt. 1627 gedane
verklaring van HHM - aangaande het recht
op de
door zee kiezende kapers te betalen borgsom van 10.000 gld. -
teniet
te doen. Derhalve moeten HHM het College machtigen recht te doen
aan de
suppliant, ook inzake deze vervallen borgsom. Het College dient een
rechtvaardige uitspraak te doen of de borgsom nu aan
het
land of aan de suppliant toebehoort.
HHM geven dit rekest aan de tegenpartij om er binnen veertien dagen na de aanzegging op te reageren. HHM vragen de
fiscaal van de Admiraliteit in deze zaak het recht van het land te bewaren.