12/12/1628, 16

 
English | Nederlands

12/12/1628, 16

16 Joachimi, ter vergadering aanwezig, herinnert HHM dat de gezanten in Engeland conform eerdere last aan de koning van Groot-Brittanniƫ hebben beloofd een of meer personen vanwege deze staat met gedeputeerden van de Engelse Oost-Indische Compagnie te laten samenkomen om ten overstaan van de ambassadeur van HHM de geschillen tussen de Engelse Compagnie en de VOC in de minne te schikken, indien de drie Oost-Indiƫvaarders worden ontslaan uit het arrest te Portsmouth. Joachimi verzoekt HHM ten eerste een of meer personen te committeren en te machtigen, en ook de bewindhebbers van de VOC aan te schrijven hun gedeputeerden daarheen te laten vertrekken. Een akte van vrijgeleide van de koning was reeds ontvangen. Ten tweede verzoekt Joachimi HHM te besluiten op het met de Engelsen overeen te komen reglement van marine, om daartoe van de een of andere zijde gelast, te kunnen vertrekken. Ten derde zegt hij erop te vertrouwen dat HHM hem zullen voorzien van nieuwe meubelen om bij de stoffering van zijn logement de eer van het land hoog te kunnen houden, omdat veel van zijn vorige meubelen in zijn absentie en buiten zijn schuld door brand zijn verwoest, inclusief de hele studeerkamer met al zijn papieren en boeken. Ten vierde vraagt hij HHM hem te ontheffen van alle processen en moeilijkheden die hem met betrekking tot het door hem gehuurde logement in Londen mogelijk te wachten staan. Ten vijfde verzoekt hij HHM enkele personen uit hun midden te committeren om met hem in aanwezigheid van Z.Exc. enkele punten te bespreken die hij HHM zal voorleggen, en waarover voor zijn vertrek zeker besloten moet worden.
HHM besluiten op het eerste punt nogmaals te schrijven aan de VOC ter Kamer Amsterdam om de deputatie van de Compagnie naar Engeland te bespoedigen. Haar besprekingen zullen worden bijgewoond door Joachimi, ordinaris ambassadeur van HHM. De momenteel in Londen aanwezige extraordinaris ambassadeurs zullen gedurende hun verblijf bij deze besprekingen tegenwoordig zijn, zonder daarvoor langer te blijven dan voor de uitvoering van hun speciale last nodig is. Op het tweede punt wordt de gedeputeerden van Holland gevraagd zich nader te verklaren. Het derde en vierde punt worden in overweging gehouden. Over het vijfde punt laten HHM Essen, Noortwyck, Beaumont, Ploos, Eysinga, Aelbertsz en Schaffer berichten.