19
HHM lezen de memorie van
Cornelis Splinter, provoost-generaal, inhoudend dat hem enkele dagen geleden
door advocaat
Sille de akte van
machtiging van HHM ter hand is gesteld, d.d. 7 dec. om
Hendrick Jansz., korporaal van
ritmeester
Lindener, naar
Groenlo te halen. Deze heeft zich schuldig
gemaakt de
insinuatie van een apostille
van
HHM niet
aan te nemen of te pareren. Bovendien is hij de
deurwaarder
met getrokken degen nagelopen om hem te verwonden.
Splinter geeft HHM in overweging aan de
graaf van Limburg-Stirum als gouverneur van Groenlo te schrijven om de korporaal te
arresteren en deze naar
Zutphen te brengen om
daarvandaan
door de suppliant naar 's-
Gravenhage te worden
gehaald.
Na het aanhoren van de redenen waarom Sille zo lang heeft gewacht met het verkrijgen van een akte van machtiging, laten HHM de graaf van Stirum de korporaal arresteren, hem naar Zutphen brengen en HHM daarvan vervolgens op de hoogte stellen.