13/01/1629, 21

 
English | Nederlands

13/01/1629, 21

21 Van Santen en Ingelsz., raden ter Admiraliteit te Rotterdam, informeren naar het voornemen van HHM bij de verdeling van het geld uit de verkochte lading van een uit Duinkerke afkomstig boeierschip. Dat was door kapitein Engebrecht van der Zee gekaapt en te Rotterdam opgebracht. De officieren en de matrozen maken aanspraak op de helft van de opbrengst.
HHM zijn van oordeel dat de kapitein met zijn matrozen en officieren inderdaad recht hebben op de helft van de opbrengst krachtens een plakkaat d.d. 22 juli 1625 en de interpretatie van dat plakkaat d.d. 27 aug. 1625, want onder smokkelaars zijn zowel personen te rekenen die uit als naar verboden plaatsen of havens hun goederen vervoeren.