11
De
Directeurs van de Levantse handel
in
Amsterdam verzoeken HHM het bedrag van 1.000 realen die ambassadeur
Pynaecker in
Tunis
van een Turk
geleend heeft onder
borgstelling van consul
Lambertus Verhaer tegen drie
procent
rente, te morgen korten op het bedrag dat
Pynaecker nog van het land tegoed heeft.
Het rekest wordt
Bruninxs,
Nobel,
Aelbertsz. en
de
thesaurier-generaal ter hand
gesteld, om hiermee
rekening te
houden bij
het opmaken van hun advies op het rekest en de aanspraken van
Gysbert Popta c.s. op
Pynacker.