20/01/1629, 11

 
English | Nederlands

20/01/1629, 11

11 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 18 jan. op het rekest van de inwoners van Oorderen en Oordam om te mogen vissen op de Schelde. Het advies verwijst naar een schriftelijk antwoord van de Gecommitteerde Raden van Zeeland , waarin stond dat de vijand onder het mom van te vissen, de diepten en ondiepten buiten de rivier en de daarop uitmondende wateren peilt. De vissers keren vaak leger terug dan toegestaan. Onder de schippers bevinden zich zogenaamd maats of knapen. In werkelijkheid zijn dat overlopers en andere gevaarlijke personen. Dit levert gevaar op aan de grenzen van de Republiek. Om deze redenen is de RvS van oordeel dat er ernstige bezwaren zijn tegen dit verzoek om te mogen vissen.
President Noortwyck wordt gelast om over dit verzoek met Z.Exc. te spreken.