9
De heren van
Holland leggen HHM voor dat zij krachtens de autorisatie van HHM de
burgemeesters van
Amsterdam verzocht hebben op
regelmatige basis het geld voor de legatie van de Republiek in
Polen en
Zweden voor te schieten.
Ten
behoeve van de ambassadeurs hebben de burgemeesters tot nu toe
55.993 gld. 4 st.
8 p.
betaald in wissels en baar geld, met daarbij nog de 3.318 gld. 12
st. 8
p. aan rente. De gedeputeerden vragen HHM naar hun mening.
HHM verzoeken de Hollandse gedeputeerden om voorlopig de rente met de heren van Amsterdam te vereffenen, welk bedrag zij later bij de Generaliteit in rekening kunnen brengen. Het bedrag van 55.993 gld. 4 st. 8 p. met de lopende rente kunnen zij voorlopig nog laten openstaan totdat er een regeling getroffen is met de provincies over de aflossing ervan.