4
HHM lezen de remonstrantie van de jonkheren, hoofdelingen, eigenerfden en volmachten van de kerspelen van de
Ommelanden tussen
Eems en
Lauwers. Zij
schrijven dat het stadsbestuur van
Groningen niet heeft gereageerd op het
dispositief
appointement van HHM d.d. 17 juni en dus niet heeft geantwoord op
hun eis d.d. 26 juli
1628, hoewel de verleende verlenging van vier maanden al enige tijd
is verstreken. De genoemde
overheden verzoeken HHM het stadsbestuur van Groningen te lasten om
binnen acht dagen te antwoorden. Indien dat niet gebeurt, vragen
ze
HHM te verklaren dat het stadsbestuur geen antwoord heeft gegeven
en dat aan de eis
van de
supplianten zal worden voldaan. Het stadsbestuur moet dan de
praktijk, de pretentie, het gebruik en de usurpatie van alle punten
en
feiten, die volgens de supplianten
tegen
de sententies van HHM uit 1597 en 1599 gebruikt zijn,
opschorten.
HHM sturen de remonstrantie naar het stadsbestuur van Groningen, met de vermaning er binnen veertien dagen alsnog op te antwoorden. Indien dat niet gebeurt, zien HHM zich genoodzaakt recht te spreken over de eis van de supplianten.