15
Beaumont en
Eysinga brengen verslag
uit over het
rekest en het tegenrekest van respectievelijk
Nicolaes
Snouckaert en
Engel
Rooswyck en de
bijbehorende documenten.
HHM besluiten te schrijven aan de
koning van Denemarken dat HHM op 7 juli 1628 beslist hebben voorschrijven te
verlenen aan
Cornelia Rooswyck om
enig
tapijtwerk
dat in het bezit van de koning was, te overhandigen aan de
suppliante.
HHM waren er echter niet van op de hoogte dat de genoemde tapijten
eerder vervoerd waren naar Nicolaes Snouckaert, noch dat omwille
van de tapijten een proces
liep
voor de
Hoge Raad in Holland
,
noch dat
daarop in
Kopenhagen een buitengerechtelijke verificatie van
de
rekening was gedaan. HHM stellen dus beide partijen tegenover
elkaar
zonder één van beide te benadelen en vragen de koning om een
oordeel
te vellen zoals hij in deze zaak toepasselijk zal vinden.