1
De aanwezige gedeputeerden van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
verklaren schriftelijk dat de kapiteins die in 1618, 1619 en 1620 in dienst geweest zijn van de Signoria van
Venetiƫ, zich toen buiten het land hebben moeten bevoorraden. Zij
zijn daarvoor nog 6.222 gld. schuldig aan de
weduwe van
admiraal Kerckhoven en hebben beloofd dit bedrag te laten
vereffenen
door resident
Suriano of
equipagemeester
Blauhulck. Dat is nog niet gebeurd
om redenen
die
Blauhulck HHM kan uiteenzetten. De weduwe heeft de kapiteins voor
het gerecht gedaagd. Hoewel met
de
kapiteins het geld in kwestie al verrekend is en op aangeven van de
equipagemeester, daarvan op de hoogte gebracht door opdracht van
resident Suriano, al is
verdeeld,
wil de Admiraliteit zonder autorisatie van HHM geen akkoord
sluiten met de genoemde weduwe. Zij
verzoekt enige leden te committeren
om
deze zaak nader te onderzoeken en de mening van
Blauhulck te vragen.
HHM committeren de
thesaurier-generaal die daarover zal rapporteren.
Dezelfde gedeputeerden delen mee dat agent
Mibaise het geleende geld uit de opbrengst van het in beslag
genomen schip en de lading zout van
Jan
Ettersz.
uit
Kopenhagen, niet heeft opgebracht. Dit geld moet krachtens het
contract
tussen HHM en de genoemde Jan
Ettersz. d.d. 21 sept. 1627,
samen
met de andere geleende sommen terugbetaald worden. Ondanks alle
aanmaningen blijft agent Mibaise in gebreke en daarom wordt
verzocht het bedrag in te houden
op
zijn traktement.
HHM besluiten dat de Admiraliteit nogmaals Mibaise moet aanmanen en krachtens de resolutie van 21 sept. 1627 beslag moet leggen op het geld dat hij nog tegoed heeft van de
Admiraliteit
te Rotterdam
.
De aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier verzoeken HHM de door de
Generaliteitsrekenkamer
geschrapte posten in de rekeningen van de
ontvanger van deze Admiraliteit vanaf 1627 te passeren.
Beaumont en
Ploos zullen de posten
onderzoeken en verslag doen.
De aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier brengen HHM ervan op de hoogte dat de geweldige provoost van de Admiraliteit enige matrozen die geld van het land hadden gestolen, heeft moeten laten lopen. De burgemeesters van enkele steden in het
Noorderkwartier maakten immers bezwaar tegen hun berechting door de
Admiraliteit.
De
supplianten verzoeken de nodige maatregelen te nemen om de
jurisdictie van de Admiraliteit over haar bootsvolk
in de
genoemde steden te handhaven.
HHM verzoeken de heren van
Holland hiervoor te zorgen.
De vergadering resumeert de gisteren bij HHM ingediende remonstrantie van de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteit in het Noorderkwartier aangaande de vergoeding van de proviand van de Fransen die in 1625 op de schepen van haar kapiteins voor
La Rochelle tegen
Soubijse gediend
hebben.
HHM besluiten de genoemde kapiteins te vergoeden volgens de lijst van die van
Amsterdam.