09/02/1629, 15

 
English | Nederlands

09/02/1629, 15

15 President Eysinga rapporteert de vergadering dat hij met Z.Exc. overlegd heeft over het voorstel van De Rovre en Jensma d.d. 8 feb., aangaande de dagelijkse excessen van die van Glückstadt op de Wadden en de Elbe. Deze zijn gericht tegen de inwoners van de Republiek die handelen op Hamburg en andere neutrale plaatsen in die regio, onder voorwendsel dat zij het leger van de keizer bevoorraden met levensmiddelen en munitie. Enige tijd geleden hebben zij een Nederlands schip beroofd en de bemanning op een scheepsjongen na overboord gegooid. De RvS was van mening dat daartegen opgetreden moest worden en stelde tevens een verbod op handel met de keizerlijke zijde voor.
HHM nemen de goede overwegingen van Z.Exc. in acht en besluiten aan de gouverneur van Glückstadt te schrijven dat zij diverse klachten hebben gekregen over de piraterij, plundering en overlast die door zijn garnizoen wordt gepleegd tegen de inwoners van de Republiek. Hij moet ervoor zorgen dat dit ophoudt, anders zullen HHM ertegen optreden tot bescherming van de bevolking. Er wordt tevens aan de Admiraliteit te Dokkum geschreven dat zij de genoemde excessen moet bestrijden met haar schepen. De daders moeten opgebracht worden om berecht te worden.
Wat het verbieden van de leveringen aan de keizerlijke zijde betreft, wordt een beslissing uitgesteld totdat men weet wat de begonnen onderhandelingen tussen de keizer en de koning van Denemarken opleveren.
Verder wordt resident Aissma gelast te letten op wat die van Glückstadt uitvoeren en HHM op de hoogte te houden van wat zij tegen de inwoners van de Republiek uitvoeren of willen uitvoeren en of anderen dit ook niet doen in hun naam.