7
Controleur
Johannes Retzer meldt dat de regering van Brandenburg
in het geheim een schriftelijke eed heeft opgestuurd naar het
garnizoen van
Soest
[in Westfalen]. Dit is strijdig met
de alliantie tussen de
keurvorst van
Brandenburg en HHM anno 1624. Ten tweede meldt hij
dat aan de vraag van de Brandenburgse regering d.d.
19
dec. 1628 om oorlogsmunitie naar overste
Gent te
sturen nog niet is voldaan. Ten derde brengt hij HHM op de hoogte
van
de invoering van de gemene lopende middelen
in
Emmerik
[Emmerich],
Rees,
Gennep en
Ravenstein ten behoeve
van het onderhoud van de compagnie van
Soppenbroeck,
het infanterieregiment en de servitiën van het garnizoen in
deze steden.
In de vierde plaats heeft hij het over de restanten van de
geestelijke
contributies en de inning daarvan. Tenslotte brengt hij de
teruggave
ter sprake van de paarden en de vette ossen die door de soldaten in
beslag
waren
genomen omdat ze zonder betaling van de licenten en hoorngelden
naar het vorstendom
Gulik
[Jülich] gedreven werden. Op deze
vijf punten vraagt de
controleur een resolutie te nemen.
Essen,
Noortwyck,
Veltdriel
en thesaurier-generaal
Van Goch
zullen
deze punten nader onderzoeken en erover rapporteren.