20/02/1629, 6

 
English | Nederlands

20/02/1629, 6

6 Generaal Van der Meyde rapporteert dat hij krachtens de resolutie van HHM d.d. 31 jan. van Harderwijk naar Zwolle is gereisd om navraag te doen naar de hoeveelheid munten van 28 stuivers alsmede schellingen en andere andere munten die daar op de Munt sinds enige tijd geslagen zijn,. Door afwezigheid van de essayeur heeft hij dit niet kunnen achterhalen, maar hij heeft de magistraat van de stad en de muntmeester wel geïnsinueerd om de stempels van de penningen en andere munten in te trekken, op straffe van vervolging op grond van de uitgevaardigde plakkaten en de instructie op de Munt als dit niet gebeurt. De magistraat neemt contact op met de betrokkenen.
Daarna is hij doorgereisd naar Deventer, waar hij heeft geconstateerd dat er ten behoeve van een plaatselijke koopman voor 2.000 gld. aan halve stuivers en 1.500 pond aan duiten is geslagen.
In Kampen vertelde men hem dat er in de afgelopen twee jaren geen munten geslagen zijn, met uitzondering van 7.500 pond aan duiten op de Provinciale Munt. Men raadde hem wel aan die van Emden te schrijven geen zilveren florijnen meer te slaan, omdat deze in de Republiek in grote aantallen circuleren, tot nadeel van de bevolking. Tot slot vroeg men HHM om de WIC op te dragen de muntmeesters niet met het riscio van het inslaan en het terugbrengen van het zilver te belasten.
Van der Meyde moet een schriftelijk rapport met alle bijlagen indienen.