22/02/1629, 3

 
English | Nederlands

22/02/1629, 3

3 De schippers Harcke Heertges uit Veenhuizen en Volckert Dircxsz. uit Schellinkhout, schrijven dat zij, nadat zij in Frankrijk zout ingeladen hadden, uit nood en om konvooi te zoeken Het Vlie waren ingevaren, van waaruit zij met hun lading verder naar het oosten gevaren zijn. De advocaat-fiscaal van de Admiraliteit in het Noorderkwartier vervolgt hen echter voor illegale uitvoer van zout krachtens de resolutie van HHM d.d. 11 aug. 1628 waarbij de uitvoer van grof zout op het moment van het voorval verboden was. De supplianten verzoeken HHM te verklaren dat het zout ten tijde van het verbod niet in het land gekomen is en slechts noodgedwongen Het Vlie werd ingevaren, waardoor het verbod niet van kracht is.
Het rekest wordt verzegeld naar de Admiraliteit in het Noorderkwartier gestuurd met de mededeling hierover, niettegenstaande de eerdere resolutie, een rechtvaardig oordeel te vellen.