23/02/1629, 8

 
English | Nederlands

23/02/1629, 8

8 Brunincx en Beaumont brengen rapport uit over hun onderzoek naar de brief van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 15 feb. op de missive van HHM d.d. 7 feb., aangaande het ontslag van Frans Gijsbrechsz. na het overlijden van Willem Ridder, commies ter recherche in 's-Gravenwaard, die hij jarenlang assisteerde. De gecommitteerden hebben de commissie van de genoemde Gysbrechsz. d.d. 16 dec. 1616 nagekeken, waarop hij is aangenomen als commies ter recherche in Rees met een promotie in het vooruitzicht als hij zijn werk goed deed. Als gevolg daarvan is hij op 27 aug. 1619 door de genoemde Admiraliteit naast de genoemde Ridder aangesteld. Op 6 okt. 1621 werd zijn jaarlijks traktement met 100 gld. verhoogd. Na de dood van Ridder heeft hij deze functie nog vijf jaar - tot 30 dec. 1628 - naar behoren uitgeoefend, zoals blijkt uit diverse bewijsstukken. Daarop werd hij door de Admiraliteit zonder enige reden ontslagen, zoals blijkt uit voornoemde missive.
HHM bevelen de Admiraliteit Frans Gysbrechsz. terug in dienst te nemen in zijn eerdere functie, met behoud van zijn traktement.