28/02/1629, 9

 
English | Nederlands

28/02/1629, 9

9 Brunincx en Beaumont brengen verslag uit van hun onderhoud met Pieter Gerridtsz. Cuiper, schipper uit Hoorn, die op last van HHM was opgeroepen om te informeren over de situatie te Algiers. Deze was met zijn schip van ongeveer 250 last geladen met stukgoederen door de Turken gekaapt en naar Algiers gevoerd, waar hij ongeveer twee jaar vastgezeten heeft. Hij heeft vastgesteld dat het traktaat met de Turken helemaal niet nageleefd wordt. Zijn vrijlating heeft hem naast het verlies van zijn schip en de lading meer dan 1.000 realen van achten gekost. In Algiers is er niemand die voor de gevangenen opkomt en de Turken op de naleving van het traktaat wijst. Van agent Coy valt niet veel te verwachten, hij is geïntimideerd en elke dag dronken. Op het moment van zijn vrijlating zaten er volgens Cuiper nog vijftig gevangenen uit de Republiek vast in Algiers, waarvan hij verwacht dat zij alleen tegen een hoog losgeld vrijgekocht kunnen worden, tenzij HHM drie of vier oorlogsschepen sturen. Volgens Cuiper zou een hernieuwde vrede tussen de Republiek en de Algerijnen door deze laatste niet onderhouden worden, tenzij HHM een van hun bekwaamste residenten daarheen stuurden om bij moeilijkheden de belangen van de Republiek te behartigen. Voor de veiligheid van de inwoners van deze landen raadt Cuiper aan uitsluitend in admiraalschappen naar de Middellandse Zee of de Levant te laten varen.
HHM kennen Cuiper een vergoeding toe van 50 gld. voor diens reis- en verblijfskosten, waarvan hem ordonnantie gedepêcheerd zal worden.