5
De vergadering wordt het schriftelijke antwoord voorgelegd van de baljuw van
Kennemerland over de scheepstimmerlieden die door een zekere
Willem Stevensz. alias
Den Engelsen (afkomstig uit
Zaandam, nu woonachtig in
Neck) zijn overgehaald om naar het Oosten te
gaan om daar schepen te bouwen voor officieren van de
keizer. Daarnaast hebben HHM
gehoord wat in
andere
kwartieren van
Holland in deze zaak voorvalt.
Om elk nadeel voor de Republiek uit te sluiten en het vertrek van scheepstimmerlieden tegen te gaan, besluiten HHM een streng plakkaat uit te vaardigen waarin scheepstimmerlieden verboden wordt uit de Republiek te vertrekken om elders te gaan werken.