9
William Willaston c.s., contractanten in tin van de
koning van
Groot-Brittanniƫ, schrijven dat zij op 14 juni
1624 van
HHM een
paspoort hadden gekregen om 350.000 pond tin vanuit
Engeland via de
Schelde naar
Brabant en
Vlaanderen te
brengen. Zij waren daarvoor geen konvooien of licenten
verschuldigd indien de vracht te
Lillo verbodemd
werd.
De supplianten moesten echter hun vracht in
Zeeland lossen, aangezien de licenten tussen de
Republiek
en
de vijand gesloten waren op dat moment. Dat maakte hun paspoort
waardeloos. Om deze reden vragen zij om een nieuw paspoort op
dezelfde
voorwaarden.
HHM wijzen dit verzoek af.