16/03/1629, 3

 
English | Nederlands

16/03/1629, 3

3 Terestein, Geurt Dirxsz. en andere extraordinaris gedeputeerden van Holland delen HHM mee dat de vijand elke dag op grote schaal actief is in Het Kanaal, tot grote schade van de inwoners van de Republiek. Toch treden de schepen van de Republiek hiertegen nauwelijks op. Men slaagt er niet in de bevolking gerust te stellen en men vreest verval van de zeevaart. Onvermijdelijke zal dit de ondergang van de Republiek betekenen, tenzij tijdig iets ondernomen wordt. De supplianten vragen HHM ten eerste de Admiraliteiten te schrijven dat zij de resoluties inzake de verdediging ter zee - genomen met kennis van zaken in samenspraak met Z.Exc. en hun gedeputeerden - moeten uitvoeren of doen uitvoeren. Laten de instructies van de Admiraliteiten te wensen over, dan moeten de Admiraliteiten HHM hiervan in kennis stellen met het oog op uitbreiding ervan.
Ten tweede vragen de gedeputeerden HHM luitenant-admiraal Dorp en de vice-admiraals Lieffhebber en Quast met hun schepen te ontbieden om verantwoording af te leggen voor hun handelen en bewijs te leveren waar zij zich hebben opgehouden. Ondertussen kunnen de gedeputeerden van HHM informatie inwinnen bij de bemanning op deze schepen. Zijn de admiraal en vice-admiraals in gebreke gebleven, dan worden ze daarvoor gestraft.
Ter derde moeten de Admiraliteiten aangevuld worden met bekwame mensen die verstand hebben van zeevaart. Naar een eerder voorbeeld moet een voldoende aantal van de meest ervaren onder hen bij toerbeurt gedurende ongeveer twee à drie maanden op zee gaan om ter plekke eventueel plichtsverzuim van de hoge officieren en scheepskapiteins te bestraffen. HHM zullen daarvoor een instructie opstellen.
HHM besluiten ten eerste de instructie voor de Admiraliteiten vooralsnog onveranderd te laten, maar ze zullen worden aangeschreven voor HHM te verschijnen om onder ede te beloven de genomen en de nog te nemen resoluties over de verdediging ter zee strikt na te zullen leven. Zij mogen onder geen enkel voorwendsel zichzelf hiervan ontslaan, anderen ertoe aanzetten ertegen te handelen of dit laten gebeuren.
Ten tweede zullen HHM luitenant-admiraal Dorp - die op dit moment in Zeeland is - schrijven om ter vergadering zijn journaal te tonen, rekenschap te geven van zijn handelen en te vertellen waar hij was. President Eijsinga moet met Z.Exc. overleggen over het aanstellen van een vervanger tijdens de afwezigheid van de luitenant-admiraal mocht dat nog niet gebeurd zijn. Er worden gecommitteerden aangesteld om aan boord van de schepen met de bemanning te spreken over het handelen en het verblijf van Dorp, terwijl deze bij HHM is. De Staten van Zeeland wordt verzocht HHM schriftelijk of mondeling door gedeputeerden op de hoogte te brengen van hetgeen zij eventueel ten laste van Dorp hebben vernomen. De Admiraliteit te Rotterdam en die in het Noorderkwartier worden gelast de vice-admiraals Lieffhebber en Quast die van zee zijn teruggekeerd, eveneens ter vergadering van HHM te ontbieden. Ook bij hun bemanningen zal informatie worden ingewonnen.
Ten derde verzoeken HHM de gedeputeerden van Holland geregeld bekwame personen met voldoende kennis op het gebied van de zeevaart voor te dragen als raden ter Admiraliteit. De meest ervaren personen onder hen moeten bij toerbeurt twee à drie maanden naar zee.