4
HHM resumeren de brieven van het stadsbestuur van
Groningen d.d. 19/29 jan. en 17 februari. De magistraat vraagt vanwege
het
belang van de zaak en om andere redenen, de in de resolutie van
28 sept. 1628 gestelde termijn van
vier maanden waarbinnen
geantwoord moest worden op de door de
Ommelanden
op 26 juli 1628 ingediende eis, zo te
interpreteren dat de termijn loopt van 1
jan.
o.s. tot en met 31 mei aanstaande. De supplianten beloven tegen die
datum hun antwoord en tegeneis gereed te hebben.
HHM kennen het stadsbestuur een langere termijn toe en vertrouwen erop dat zij voor 1 mei o.s. hun antwoord en hun tegeneis bij HHM kunnen indienen. De Ommelanden worden van deze beslissing op de hoogte gebracht.