14
Thesaurier-generaal
Van Goch deelt ter vergadering mee dat dr.
Cornelis
Pynaecker, gezant van HHM, in
Tunis
1.000
realen van achten heeft getrokken onder borg van
Lambertus
Verhaer. Deze heeft geprotesteerd. Uit de op 14 feb.
gesloten rekening van de
tegoeden van
Pynaecker blijkt echter
dat deze som voldaan moet worden door de Generaliteit. De
Directeurs van de Levantse
Handel
hebben
deze
berekend op een totaalbedrag
van 3.234 realen van achten tot 44 st., in gulden 7.761 gld. 4
st.
(de som inclusief kosten voor wissel en herwissel, rente van drie
jaar
tegen 2½
procent
per maand, alsmede assurantie van het geld op het traject
Livorno-Tunis à zes procent). Dit bedrag
moet
zeker betaald worden om een eind te maken aan de hoge rente.
De vergadering machtigt de
Admiraliteit te Amsterdam
om het genoemde bedrag van 7.741 gld. 4 st. op rente te lenen ten laste van de Generaliteit. Dit bedrag moet worden afgelost uit de lastgelden van de schepen die door de
Straat van Gibraltar varen. Het bedrag moet de Directeurs ter hand worden gesteld
om naar Tunis over te maken.