05/04/1629, 1

 
English | Nederlands

05/04/1629, 1

1 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 2 april op de missive van de predikanten en ouderlingen van de gereformeerde kerken in Emmerik [Emmerich] d.d. Emmerik 27 maart en op de algemene en individuele klachten over de verdrukking van de gereformeerden in Gulik [Jülich] en Berg. De Raad heeft zich verder beraden over zijn advies d.d. 5 maart en de resolutie van HHM d.d. 10 maart op soortgelijke klachten, krachtens welke aan de hertog van Neuburg en de Brandenburgse regering is geschreven. De RvS is van mening dat er geen ander middel is om de situatie van de gereformeerden in de genoemde landen te verbeteren dan retorsiemaatregelen te nemen tegen de geestelijkheid van Kleef. Daarmee heeft men reeds in de genoemde brieven gedreigd, zoals blijkt uit de bijgevoegde afschriften. Deze dreigementen zijn echter zonder gevolg gebleven en er volgden zelfs nog meer klachten. De RvS adviseert bijgevolg de dreigementen niet op te heffen gedurende de komst van de graaf zu Schwarzenberg, maar de retorsies uit naam van de keurvorst van Brandenburg uit te voeren. Het blijkt immers duidelijk dat de hertog van Palts-Neuburg de verdrukking van de gereformeerden niet heeft stopgezet tijdens de onderhandelingen met de keurvorst. Men moet dit onderwerp bovendien ter sprake brengen tijdens de onderhandelingen met de graaf zu Schwarzenberg.
De vergadering stelt de gecommitteerden die met de graaf zu Schwarzenberg zullen onderhandelen, dit advies met bijgaande stukken ter hand. Zij moeten de graaf wijzen op de kwalijke gevolgen van een voortgezette verdrukking van de gereformeerden. HHM kunnen die namelijk niet langer tolereren. Verder moeten ze manieren vinden om deze zaak op een gepaste wijze af te handelen en er verslag van doen.