2
Gedeputeerden
Brunninxs en
Vosbergen, die met
resident
Schultetus gesproken
hebben,
rapporteren de
vergadering dat de resident in een missive d.d. 20 jan. door
de
koning van Denemarken gelast is
een voorstel
te doen. De koning is er
zich van bewust dat de lopende vredesonderhandelingen met de
keizerlijke commissarissen te
Lübeck niet
tot een
goed einde kunnen gebracht
worden. De enige bedoeling van de vijand met deze
onderhandelingen is het ontregelen van de verdediging
van de koning. De koning is echter op de
voorstellen tot de besprekingen ingegaan om de geruchten te
ontkrachten die de vijand in
Duitsland en
verschillende plaatsen in
Denemarken verspreidt,
als
zou hij niet tot vrede geneigd zijn. De koning is evenwel op zijn
hoede
en houdt de manoeuvres van de vijand in het oog. Hij heeft
over de verdediging van de
Oostzee, één van zijn prioriteiten,
met de
koning van Zweden gesproken om
deze taak ter hand te nemen. De resident verzoekt HHM de koning
hierin
bij te staan met zes of zeven uitgeruste en bemande oorlogsschepen,
met
de opdracht hem in de strijd tegen de
keizer
te helpen. Voorts bedankt Schultetus HHM voor de
stipte aflossing van het secours. Ondanks het feit dat zijn andere
bondgenoten hem in de steek gelaten hebben, houdt de koning goede
moed
in de verdediging en de handhaving van zijn landen en hij is bereid
deze met Gods
hulp tot het uiterste voort te zetten.
De vergadering stelt een beslissing uit. De heren van
Holland zullen de verzochte steun nader bespreken.