06/04/1629, 2

 
English | Nederlands

06/04/1629, 2

2 Gedeputeerden Brunninxs en Vosbergen, die met resident Schultetus gesproken hebben, rapporteren de vergadering dat de resident in een missive d.d. 20 jan. door de koning van Denemarken gelast is een voorstel te doen. De koning is er zich van bewust dat de lopende vredesonderhandelingen met de keizerlijke commissarissen te Lübeck niet tot een goed einde kunnen gebracht worden. De enige bedoeling van de vijand met deze onderhandelingen is het ontregelen van de verdediging van de koning. De koning is echter op de voorstellen tot de besprekingen ingegaan om de geruchten te ontkrachten die de vijand in Duitsland en verschillende plaatsen in Denemarken verspreidt, als zou hij niet tot vrede geneigd zijn. De koning is evenwel op zijn hoede en houdt de manoeuvres van de vijand in het oog. Hij heeft over de verdediging van de Oostzee, één van zijn prioriteiten, met de koning van Zweden gesproken om deze taak ter hand te nemen. De resident verzoekt HHM de koning hierin bij te staan met zes of zeven uitgeruste en bemande oorlogsschepen, met de opdracht hem in de strijd tegen de keizer te helpen. Voorts bedankt Schultetus HHM voor de stipte aflossing van het secours. Ondanks het feit dat zijn andere bondgenoten hem in de steek gelaten hebben, houdt de koning goede moed in de verdediging en de handhaving van zijn landen en hij is bereid deze met Gods hulp tot het uiterste voort te zetten.
De vergadering stelt een beslissing uit. De heren van Holland zullen de verzochte steun nader bespreken.