06/04/1629, 6

 
English | Nederlands

06/04/1629, 6

6 Jacob Pauw c.s. schrijven in een rekest dat zij Steven van Althen, secretaris van de keurvorstelijke regering te Münster, een aantal kanonnen hebben doen verkopen aan de regering van Paderborn. De supplianten hadden deze stukken laten gieten in Westfalen. De Paderbornse regering is bereid dit geschut te betalen. Overste Gent betwist deze verkoop, aangezien deze buiten zijn medeweten is gebeurd. Het recht om van dergelijke transacties verwittigd te worden, heeft hij deels van Reinier van Caldenberch, deels van de supplianten verkregen. De supplianten verzoeken de vergadering de overste te bevelen om de Paderbornse regering niet langer lastig te vallen omwille van de genoemde verkoop. Mocht hij enige aanspraken hebben op de kanonnen, dan moet de overste de supplianten hierop aanspreken. Zijn eventuele bezwaren hiertegen kan hij aan HHM schrijven. Het opgelegde verbod blijft wel van kracht totdat na het horen van de betrokken partijen een andere beslissing genomen zou worden.
De vergadering staat dit verzoek toe.