4
President
Noortwyck deelt de vergadering mee dat door het overlijden van de
graaf van Oxford een lijfpensioen
van 3.000
gld.,
dat gerepartieerd is op de staat van oorlog voor de provincie
Utrecht
, vacant is.
HHM besluiten het pensioen met ingang van vandaag toe te kennen aan de
baron van Danau, omwille van zijn verdiensten voor de gemene zaak,
zijn relatie met het
huis van
Nassau en als
vergoeding voor de geleden schade in
Bohemen, de
Palts en
Pruisen. De baron
moet
in ruil daarvoor bereid zijn in dienst te treden van de Republiek
in de
hoedanigheid die HHM zullen bepalen.
De gedeputeerden van
Utrecht willen deze zaak eerst voorleggen aan de Staten van
Utrecht.