5
Gehoord is het rapport van
Noortwyck en
Ploos, die samen met de
afwezige
Beaumont krachtens de resolutie
van HHM d.d. 31
maart
verder beraadslaagd hebben over het advies van de RvS d.d. 26 maart
op
het rekest van
Johan de Gryse,
hoogbaljuw van
het
Vrije van Sluis.
HHM verklaren dat de nieuwe keur van
Albrecht en
Isabella, als graven van
Vlaanderen, uit 1619, waarin gesteld wordt dat man
en
vrouw van elkaar erven bij gebrek aan erfgenamen aan de zijde van
de
overledene, niet van kracht is in het
Vrije van
Sluis onder het gezag van HHM.
De inwoners van dat gebied moeten de bepalingen van de oude keuren
en
het gewoonterecht blijven volgen. De ontvangst en de administratie
van
dergelijke erfenissen gebeurt door de hoogbaljuw, die daarvoor
één
derde van de totale erfenis krijgt. Het overige deel moet in de
rekeningen opgenomen worden ten bate van HHM.