12/04/1629, 13

 
English | Nederlands

12/04/1629, 13

13 In aanwezigheid van Z.Exc. en de RvS buigt de vergadering zich over de commissie, de instructie en een concept van een artikelbrief die de gecommitteerden van de Admiraliteit te Amsterdam op 7 april aan HHM voorgelegd hebben. Volgens deze stukken heeft Mathias Tipotius, commissaris van de koning van Denemarken in de marslanden, in Amsterdam kapitein Pieter Hermansz. en commies Jacob Sick aangenomen buiten medeweten van HHM. De genoemde kapitein moest matrozen aannemen voor een kaag waarmee Nederlandse schepen in Het Vlie en op de Wadden gecontroleerd zouden worden om bevoorrading van de keizerlijke troepen in Oost-Friesland, Oldenburg, Dithmarschen, Holstein en Jutland tegen te gaan.
Met advies van Z.Exc. en de RvS, komt de vergadering tot het besluit dat het gaat om een aantasting van de soevereiniteit van de Republiek. De Admiraliteit te Amsterdam wordt gelast de genoemde Pieter Harmansz. en Jacob Sick te ontbieden en hun te verbieden de beschreven taken uit te voeren. De Admiraliteit moet de Deense commissaris bevelen zich in de toekomst van dergelijke commissies te onthouden in de Republiek, omdat er anders de nodige maatregelen genomen zullen worden.
Verder wordt beslist dat men de resident van Denemarken hiervan op de hoogte zal brengen en hem mee zal delen dat men het optreden van de commissaris heeft moeten stoppen om de soevereiniteit van de Republiek te vrijwaren. Het is echter geenszins de bedoeling de koning van Denemarken bij andere zaken tegen te werken.