7
Gehoord is het rapport van
Eck en andere gedeputeerden die krachtens de resolutie d.d.
14 april met Z.Exc. gesproken hebben over het advies van de RvS
op de eis van
Ravesway. De
ontvanger
van de
contributies te
Wezel eist namelijk van de
inwoners van het
graafschap
Zutphen en alle bijbehorende dorpen en
kerspelen de betaling van de
fortificatiegelden sinds 9 april 1621. Waarschijnlijk wil de
vijand zo
bij
retorsie de inning verhinderen van de fortificatiegelden voor
dezelfde periode die door de
ontvangers
Johan de Bergaigne en
Hendrick de Bergaigne van
de
dorpen bij
Antwerpen begonnen is.
De vergadering draagt beide ontvangers op met alle gepaste middelen voort te gaan met de inning van het geld in het kwartier van
Antwerpen,
zoals de betreffende bevolking deze voor het Bestand
altijd
betaald heeft, zonder daarvoor tot buitensporigheden over te gaan.
Verder besluiten HHM dat de RvS ontvanger
Ommeren moet gelasten om in het
kwartier van
Roermond te dreigen met soortgelijke
contributie
als door Ravesway geƫist wordt, indien
men
er niet in slaagt de eisen ten opzichte van het graafschap Zutphen
in te laten trekken.