20/04/1629, 23

 
English | Nederlands

20/04/1629, 23

23 HHM lezen het rekest van Anthonis van Aeswyn, heer te Braeckel, die een geschil heeft met de Kleefse stadhouder en raden in Emmerik [Emmerich] aangaande het bezit van een bepaalde zandaanwas. Hij wordt door geweld gehinderd. De stadhouder en raden weigeren de zaak voor te leggen aan een onpartijdige, zoals vastgelegd is in de concordaten tussen de vorstendommen Gelderland en Kleef. Om deze reden vraagt de suppliant HHM hem in dit bezit te handhaven en de commissarissen die aangewezen zijn om met de graaf van Schwarzenberg te overleggen, te machtigen deze zaak aan hem voor te leggen opdat door zijn tussenkomst teweeggebracht kan worden dat de kwestie door een onpartijdige beslist kan worden.
HHM willigen dit verzoek in en machtigen Noortwyck, Beaumont en Ploos hiertoe.