25/04/1629, 17

 
English | Nederlands

25/04/1629, 17

17 De baron van Spieringh compareert en legt een geloofsbrief van de hertog van Palts-Neuburg d.d. Düsseldorf 3 april voor, krachtens welke hij eerst mondeling en vervolgens schriftelijk een propositie doet.1
De baron bedankt HHM namens de hertog voor de audiëntie.
HHM zullen zich ongetwijfeld herinneren op welke voorwaarden de hertog in 1625 aanbood de uitvoering van het akkoord, dat een jaar eerder afgesloten was tussen hemzelf en de graaf zu Schwarzenberg, de gezant van de keurvorst van Brandenburg, te bevorderen. Beiden hebben zich toen ook verbonden de goede verstandhouding tussen beide vorsten stevig te grondvesten, voor het geval de keurvorst van Brandenburg het alleen ook trachtte te verkrijgen.
De genoemde graaf heeft zich met een nieuwe volmacht en een bijzondere commissie persoonlijk tot de hertog gericht, waarop beiden na lange onderhandelingen een voorlopig akkoord hebben gesloten als bewijs van hun vredelievend gemoed. Van de precieze bepalingen zijn HHM zonder twijfel reeds door de graaf op de hoogte gebracht. De baron refereert ernaar om zijn uiteenzetting niet te lang te maken.
Er is in het verdrag onder meer bepaald dat aan HHM en Spanje verzocht moet worden hun troepen uit Gulik [Jülich], Kleef en daarvan afhangende vorstendommen, graafschappen en landen terug te trekken of niet meer dan één plaats te bezetten. In die plaats moeten de soldaten zich neutraal opstellen. Daarnaast moeten alle vijandelijkheden tegen de raadslieden, ambtenaren en inwoners van de genoemde gebieden gestaakt worden. Indien er zich nog gevangenen uit deze gebieden in de garnizoenssteden bevinden, dan moeten dezen vrijgelaten worden.
HHM wordt tevens verzocht zich net als beide vorsten en de oorlogvoerende partijen ertoe te verbinden dat de genoemde landen niet meer belast worden met nieuwe inkwartieringen en legeringen. Indien het nodig is dat legers het gebied doortrekken, dan moet ervoor gezorgd worden dat de troepen niet in het land blijven. Als een overnachting onvermijdelijk is, dan moet strenge discipline gehandhaafd worden en moeten de soldaten de bevolking ontzien zoals de constituties van het Duitse Rijk en de ordonnanties van de bovengenoemde vorsten bepalen. De soldaten die zich niet hieraan houden moeten als afschrikwekkend voorbeeld gestraft worden en moeten de goederen volledig teruggeven of vergoeden. In geen geval mag de bevolking afgeperst of op een andere soortgelijke manier behandeld worden en zij moet altijd als neutraal beschouwd worden. In het geval dat iemand deze neutraliteit schendt of de soldaten schade berokkent en schuldig bevonden wordt, moeten alle rechtsplegingen gedaan worden door de overheid van de plaats waar het misdrijf gebeurd is. HHM moeten er zich aan houden geen plaatsen in de genoemde gebieden met een garnizoen bezet te houden, in te nemen of aan te vallen. De hertog zal dit ook in Brussel verzoeken. Evenmin mogen geestelijkheid, ridderschap, steden, raden, ambtenaren en dienaars van de genoemde landen aangetast worden of mag toegestaan worden dat dit hun ondergeschikten overkomt. Indien HHM of hun ondergeschikten iets te eisen hebben van de onderdanen en inwoners van de genoemde gebieden, hetzij publiek- hetzij privaatrechtelijk, of van de landstenden, dan moeten zij dat doen langs de wettelijke weg en niet door represailles of andere maatregelen. De afhandeling zal dan gebeuren volgens de oude pacten en concordaten.
De hertog van Palts-Neuburg heeft zich voorgenomen om ingeval van schending door één van beide oorlogvoerende partijen samen met de keurvorst als goede buren de neutraliteit te waarborgen, ongeacht het feit dat beiden de andere belligerent gesteund hebben. Eventuele geschillen zullen opgelost worden in overeenstemming met de oude pacten en zij zullen zich ervan onthouden deze te overtreden.
De hertog twijfelt er verder niet aan of HHM zullen instemmen met het verzoek dat de baron hun voorlegt. Hij meent dat de vergadering tevreden is met de overeenkomst en dat ze er zich mee akkoord zal verklaren deze mee ten uitvoer te brengen. Nu beide partijen overeenstemming hebben bereikt, kunnen HHM de opdracht geven aan hun ondergeschikten een einde te maken aan de schadelijke executies, opdat de inwoners bevrijd worden van die zware last en vrij mogen ademen.
De hertog is zelf naar Brussel afgereisd met de intentie om daar en indien nodig bij de koning van Spanje te verzoeken dat dit verdrag behoorlijk uitgevoerd en nageleefd wordt. HHM kunnen de hertog een bijzondere dienst bewijzen, iets waartoe hij op zijn beurt als vriend en buur genegen is. Een dergelijke lovenswaardige en roemvolle daad zal overigens ook geapprecieerd worden door andere vorsten, zoals de koning van Engeland en de koning van Frankrijk.

1 Geïnsereerd in S.G. 3188 en gedrukt in Aitzema, S. & O. kwarto II, 748-750/folio I, 828-829.