1
De gedeputeerden van de
VOC
zetten HHM eerst mondeling en naderhand schriftelijk uiteen dat na vijf weken aanzoeken, het inmiddels te laat is om de voorgenomen equipage van schepen ten behoeve van de terugkerende VOC-schepen te realiseren. Grote oorlogsschepen zijn niet makkelijk te krijgen, omdat de meeste al worden ingezet voor de
WIC
, op de vaart naar
Moskovië,
Groenland en andere gebieden. Goede
zeelieden zijn bovendien heel moeilijk te vinden door de
aanmonsteringen
van de WIC. Daarom heeft de VOC besloten de
equipage van de schepen
na te laten, te meer daar de rijkbeladen schepen (die bij een
behouden terugkeer zestig tonnen goud waard zijn) reeds begin
juni verwacht worden. Naar
Oost-Indië is het
uitdrukkelijke bevel gestuurd rond deze tijd terug te keren, net
als
vorig jaar, toen vijf grote en rijkbeladen schepen
van generaal
Carpentier op 2 juni
aankwamen.
Aangezien de tien schepen van commandeur
Lam
zeilklaar in de haven liggen, vragen de supplianten voorschrijven
aan
de
luitenant-admiraal van Holland
om twee of
drie
schepen in
Het Kanaal tot aan
Land's
End te laten kruisen. Deze schepen moeten uitkijken naar
de
komst van de Oost-Indische vloot en deze bij haar aankomst
begeleiden.
HHM stellen deze propositie ter hand aan de luitenant-admiraal en de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten en vragen hun advies.