5
Luitenant-admiraal
Heijn compareert en laat desgevraagd weten dat hij klaar is
om uit
te varen, maar nog steeds niet kan beschikken over een fiscaal
en een secretaris die hem in de resolutie
d.d. 24 april beloofd waren. Evenmin is de achterstallige
soldij
van
de matrozen betaald en ook zijn de schepen in het
Goereese Gat niet afgetimmerd. Dat
laatste
zou
nog wel eens tien dagen in beslag kunnen nemen, ondanks het feit
dat de
Admiraliteit te Rotterdam
alle
beschikbare
scheepstimmerlieden aan het werk heeft gezet.
HHM verklaren voor een fiscaal en een secretaris te zullen zorgen, maar wijzen hem erop in het belang van het land zo snel mogelijk uit te varen.