6
HHM lezen de tweede remonstrantie van
Sixtus van Amama, gezant van de
graaf van
Oost-Friesland.
De graaf vraagt HHM om een schriftelijk bewijs of een
resolutie waaruit blijkt dat de vader en broer van de
suppliant, evenals hijzelf, herhaald maar vergeefs om de
verdrijving van het
staatse
garnizoen
uit
Emden en
Leerort hebben
verzocht. Tevens vraagt hij HHM te
verklaren dat zij met de handhaving van de
genoemde garnizoenen de soevereiniteit, het gezag en de rechten van
het
Duitse Rijk of de graaf als regerend vorst in
Oost-Friesland, niet willen aantasten. Ten slotte
vraagt
hij van HHM de verzekering dat
de garnizoenen niemand van vijandelijke zijde zullen aanvallen,
lastigvallen of beledigen.
HHM wachten het advies van Z.Exc. af.