3
Berckel, oud-burgemeester van Rotterdam, die door Z.Exc. is
gecommitteerd om te onderhandelen over de ruil van de gevangenen te
water, deelt mee dat
Johan
Kesseler,
gezant van de vijand met wie hij te
Roosendaal
besprekingen heeft
gevoerd, bezwaar maakt tegen een generale uitwisseling van de
gevangenen. Hij
wil
uitsluitend werken op basis van lijsten, tenzij de gevangenen van
de
WIC
en alle andere Spaanse
gevangenen
(die niet
uit
Brabant onder de
Infanta
komen)
die in de Republiek gevangenzitten in de wisseling betrokken
worden.
Zelf wil hij daar de vrijlating van de Nederlandse gevangenen in
Spanje,
Sicilië,
West-Indië,
Brazilië en andere
gebieden onder Spaans gezag, niet tegenover stellen. Verder dringt
de
heer
van
Merquette in het traktaat bovendien aan op de vrijlating
van volgende personen:
François van der Veecken, die in
's-
Gravenhage vastzit,
Jacob van
Vlyenhoff in
Bergen op Zoom,
de op non-actief gestelde kapitein
Christoffel de Bon Ours,
en
een burger van
Namen in
Geertruidenberg, allen te land gevangengenomen.
Hij biedt echter geen gevangenen
in
ruil aan en dat terwijl de gevangen ingezetenen van de Republiek de
gevangenen uit
Vlaanderen in getal
overtreffen.
Tot slot verzoekt Berckel een beslissing te nemen op de declaratie van verleden jaar
van hemzelf en burgemeester
Van der Hooge. Hij
vraagt
HHM om hem door de
ontvanger-generaal wat geld
voor te
laten schieten
voor zijn reis- en verblijfskosten van de huidige commissie.
HHM stellen deze zaak uit en vragen Berckel zijn verzoek schriftelijk in te dienen.