5
President
Beaumont deelt mee dat
baron van
Spieringh,
gezant van de
hertog van
Neuburg, sterk
aandringt op een definitief besluit op zijn voorstel d.d. 25
april
aangaande het verdrag tussen de hertog en de
keurvorst van
Brandenburg over de voorlopige
opdeling
van
Gulik
[Jülich],
Kleef,
Mark,
Berg en
Ravenstein. Ten tweede vraagt hij om een
schriftelijk antwoord op de missive van de hertog d.d. Brussel 19
april
met het verzoek om toestemming om naar de Republiek te komen.
Ten
derde verzoekt hij HHM de executies van de contributies in genoemde
landen stop te
zetten,
ter voorkoming van sequestratie door de
keizer.
HHM laten de gezant opnieuw weten dat zij hun mening over het verdrag niet kenbaar kunnen maken alvorens de
koning van Spanje en de
Infanta hebben
laten weten in hoeverre zij willen meegaan in de uitvoering ervan.
Op het tweede
verzoek zullen HHM antwoorden dat hoewel het goed
zou
zijn dat HHM een resolutie namen om de hertog en zijn gevolg veilig
te
laten overkomen, de omstandigheden niet gunstig zijn omdat de
prins van
Oranje en
andere hoge regeringsfiguren die men raadpleegt bij belangrijke
zaken, zich in het
leger bevinden. In een
missive heeft de
hertog Z.Exc. op de hoogte gebracht van enkele zaken van dermate
belang, dat de gedeputeerden
daarover niet willen spreken zonder speciale last van hun
principalen.
Om deze redenen kan de hertog zijn bezoek beter voor
korte tijd uitstellen tot een betere gelegenheid. Het derde
punt verdient volgens HHM een uitgebreide bespreking.