3
HHM lezen het rekest van de Engelse scheepskapitein
James Benning, die op dit moment in
Rotterdam
vastgehouden wordt door schipper
Cornelis
Pietersz. uit Alkmaar. Pietersz. wil Benning voor de
Admiraliteit te Rotterdam
terecht
laten staan omdat deze
in
nov. 1628 diens schip, geladen met
masten en teer, met de hulp van nog twee andere Schotse schepen
gekaapt
en vervolgens te
Leith opgebracht heeft. Daar
werd
het door een rechter geconfisqueerd omdat het tijdens de oorlog
tussen
de
koning van Groot-Brittanniƫ en
die
van
Frankrijk op weg was naar
Bayonne.
HHM geven het schip van de suppliant vrij en ordonneren de Admiraliteit zich niet met deze zaak in te laten.
Van de Rotterdamse Admiraliteit is een schrijven d.d. Rotterdam 31 mei ontvangen over het rekest van Pietersz. die Benning voor de rechter wil brengen om zijn schip en goederen terug te krijgen.
HHM kunnen in de Republiek niet op deze zaak ingaan, maar zijn desgewenst bereid Pietersz. een voorschrijven te verlenen aan
Joachimi om
zijn zaak in
Engeland te bepleiten. HHM willen hem
tevens
voorschrijven verlenen aan de Raad van
Edinburgh
om
zijn zaak te opnieuw te bezien en hem recht te laten
geschieden. Anders zal men zich op andere middelen moeten
beraden.