12
De
commandant van Willemstad schrijft d.d. aldaar 29 mei onder andere dat de soldaten van
zijn garnizoen tijdens de sluiting
van de licenten en konvooien twee boeren uit
Zundert, elk met een kar geladen met een aantal
nader
gespecificeerde uit
Holland afkomstige
voedingswaren, hebben aangeslagen. De boeren kunnen aantonen dat
zij
deze waren gekocht
hebben op de vrije markt te
Roosendaal en beweren
daarom
de
sluiting niet overtreden te hebben.
De RvS heeft deze zaak getoetst aan het plakkaat tegen het handelsverbod [van de vijand] d.d. 16 okt. 1625. HHM besluiten dat de boeren niets misdaan hebben en daarom krijgt de commandant het bevel hen vrijuit te laten gaan. Daarnaast besluiten ze de levensmiddelen die enkele dorpen volgens hun lijsten in bepaalde plaatsen mogen gaan halen, niet buiten het ressort van deze dorpen mogen worden gebracht of geconsumeerd, op de straffen die in het genoemde plakkaat vermeld staan. De RvS wordt gemachtigd alle gouverneurs en commandanten in de grenssteden hiervan op de hoogte te brengen.