21
Baron van Spieringh, gezant van de
hertog van
Palts-Neuburg,
dient ter vergadering het antwoord in van de hertog
op de missive van
HHM aan hem
d.d. 23 mei. Tevens overhandigt hij een duplicaat van een
volmacht
van de
koning van Spanje d.d. 8 mei 1625
aan
aartshertogin
Isabella om de akkoorden tussen de
hertog en de
keurvorst van Brandenburg goed te
keuren,
alsmede
een duplicaat van de akte van goedkeuring van de Infanta d.d. 2
mei uit kracht van de verleende volmacht op het huidige akkoord,
overhandigd op 2 april. De propositie die de baron eerst
mondeling
doet, dient hij daarna
schriftelijk in.1
HHM hebben op de mondelinge en schriftelijke propositie door de baron op 25 april namens Wolfgang Wilhelm over het provisioneel akkoord tussen de keurvorst en de hertog, in hun resolutie d.d. 26 april geantwoord dat zij bezwaren hadden om dit akkoord voorzover het hen betrof ten uitvoer te brengen, voordat zij de mening van de koning van Spanje en de Infanta kenden. De baron heeft deze nu overlegd en de hertog vertrouwd erop dat HHM hun resolutie over het akkoord niet langer zullen uitstellen, en de executies en aanslagen op onschuldige onderdanen zullen beëindigen. Dergelijke praktijken verzwakken het verdrag en heeft ook andere bezwaren. De hertog denkt niet dat dit de bedoeling van HHM kan zijn, aangezien HHM telkens aandringen op rust en goede betrekkingen tussen de hertog en de keurvorst. Dat heeft nu zijn beslag gekregen in het akkoord. Door deze opstelling hebben HHM zich eigenlijk ook aan dit akkoord gecommitteerd. Daarom zou de hertog graag zien dat HHM onverwijld een einde maken aan alle vijandelijkheden en oorlogshandelingen in
Gulik
[Jülich],
Berg en andere daartoe behorende landen.
Tevens vraagt hij hun te verordenen alle burgers die na het
sluiten
van het akkoord gevangengenomen zijn, vrij te laten, alle buit
terug te geven en de schade te vergoeden. Aanslagen moeten streng
worden gestraft nu er tussen de
hertog en de keurvorst een provisioneel akkoord bereikt is over
deze zaak en de contributies.
In naam van de hertog verzoekt de baron HHM in te stemmen met de genoemde punten, opdat het verdrag zo snel mogelijk ten uitvoer kan worden gebracht. Gegeven de welwillendheid aan Spaanse zijde hoopt hij dat HHM als goede buren niet langer bezwaar zullen maken. HHM hebben in hun missive geschreven dat de afwezigheid van Z.Exc. en enkele vooraanstaande gedeputeerden de uitvoering van het verdrag belemmeren, maar de hertog meent echter dat dit geen bezwaar kan zijn, aangezien alleen om instemming met het verdrag gevraagd wordt. Eerder was het ook geen bewaar voor wijlen prins
Maurits om buiten 's-
Gravenhage in
Xanten nieuwe onderhandelingen op te starten. In
deze
omstandigheden kunnen HHM een of andere volmacht verlenen,
waardoor
deze kwestie niet langer wordt opgehouden. Hij heeft vele andere
belangrijke zaken aan het hoofd en zou graag
de
terugreis aanvangen.
11/06/1629, 21
1
Geïnsereerd in S.G.
3188 en gedrukt:
Aitzema, S. & O. kwarto II,
760-762/folio I,
833-834.